Ijzer.
Op veel manieren stroomt ijzer door mijn leven. Kil, onveranderlijk en vanzelfsprekend zo lijkt het hier op aarde maar dat is het niet. Wanneer een massieve ster door zijn waterstofvoorraad heen raakt gaat kernfusie door met het ontstane helium en telkens zwaardere elementen. De ster is aan het einde gekomen van zijn jonge, stralende leven en al kan de ster op deze manier nog een tijdje blijven bestaan, het doet dat op een onstuimige manier. Kernfusie geeft energie, tot aan het element ijzer waarbij kernfusie juist energie kost. Wanneer genoeg ijzer is ontstaan verliest de ster langzaam zijn gevecht tegen de zwaartekracht. Tot er na miljarden jaren één fatale seconde volgt, waarbij de kern van de ster instort en de ster supernova gaat.
Ons bloed dankt zijn rode kleur aan het eiwit hemoglobine. Het ijzer in hemoglobine kan zich binden aan de zuurstof die wordt aangevoerd door onze longen, zodat het alle uithoeken van ons lichaam kan bereiken. Het zal ironisch bedoeld zijn dat het spul gemaakt van de doodstrijd van sterren nu juist voor leven zorgt.
Tijdens mijn laatste opname in 2008 kwam longtransplantatie in zicht. Een laatste waarschuwing om een oplossing te vinden. Alles moest anders en bij thuiskomst stond een zuurstofconcentrator op me te wachten zodat ik harder kon trainen dan ooit. Al deed ik aan cardiotraining, resultaat bleef uit zodat mijn hoop gevestigd raakte op krachttraining. Onder andere mogelijk door de opkomst van betere informatiebronnen op het internet, waaronder een bekend Nederlands bodybuilding forum. Het leek veelbelovend. Met nog weinig materiaal maar met genoeg creativiteit viel prima te trainen en tot mijn verbazing veranderde mijn lichaam. Het begin van een omslag in mijn gezondheid en ontwikkeling.
Waarom met krachttraining wel en met cardiotraining niet? Ook met beperkte longen kunnen we door middel van korte, intense sets onze spieren en lichaam vol belasten. Nog voordat een gebrek aan zuurstof roet in het eten gooit. Bij cardiotraining is zuurstof juist de beperkende factor en er treedt dan wel uitputting op, verbetering van conditie of spierkracht krijgen we er nauwelijks voor terug. Krachttraining zorgt direct en indirect ook voor verbetering van conditie want sterke spieren zijn zuurstofefficiënte spieren. Kunnen we dertig kilo squatten dan kan het overwinnen van een trap een uitdaging zijn. Kunnen we echter honderd kilo squatten dan kost diezelfde trap nauwelijks nog moeite. De belasting zit ver onder het rood, op een toerental waarbij de motor veel zuiniger loopt. Het geldt ook voor andere dagelijkse bezigheden zodat we bij eenzelfde longfunctie veel meer blijken te kunnen.
Het uitte zich in een toename van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Dit heb ik zelf bereikt. In plaats van ondergewicht kreeg ik een normaal tot atletisch lichaam. Om mijn trainingen optimaal te benutten had ik geleerd gedisciplineerd te eten. Fitter dan ooit was ik in staat om dingen te doen die ik lang niet of nooit had gekund. Reizen, vooraan staan bij death metal concerten, parachutespringen en het onderbinden van stukken ijzer om op te schaatsen.
Puur ijzer is relatief zacht en kwetsbaar. Pas na toevoeging van koolstof, in ons geval misschien levenservaring of cynisme, wordt het harder en scherper. Niet teveel want dan wordt het onbuigzaam en broos onder spanning. Ijzer laat zelden zien hoe het zich voelt. Hard en ondoordringbaar van buiten maar juist ijzer is goed in het opnemen van kou, warmte, andere elektromagnetische straling en trillingen uit de omgeving. Het geeft ze net zo makkelijk ook weer af. Ijzer moet zich beschermen tegen zoute vingers van CF’ers, net zoals wij ons moeten beschermen tegen onze eigen corrosie. Met CF is het soms dus nuttig om vergelijkbare eigenschappen te ontwikkelen. Een aantal lukken me misschien, maar zoals ijzer makkelijk chemische verbindingen aan kan gaan met andere elementen, heb ik nog niet geleerd.
Al deze jaren zijn mijn longen vrijwel constant gebleven met geen enkele ziekenhuisopname. Lang was voor mij een longfunctie van 30% FEV1 een magische grens om boven te blijven. 26% is de laagste longfunctie die ik afgelopen jaren heb geblazen. Niet geheel toevallig het atoomnummer van ijzer en al zit ik er nu weer ruimschoots boven, mijn magische grens is nu 26%. Zolang ik daarboven blijf kan ik nog best een paar miljard jaar mee.